De do’s en don’ts van taakdelegatie
In Taakdelegatie werken casemanager en bedrijfsarts optimaal samen om ervoor te zorgen dat de werknemer zo snel mogelijk weer aan de slag gaat. Maar dit succes is wel afhankelijk van een voorzichtige en gedegen inrichting en uitvoering. Wat zijn de do’s en don’ts? Hoe laat je deze samenwerking slagen?

De toekomst van de arbodienstverlening
De afgelopen jaren is de arbodienstverlening sterk in beweging. Niet alleen de markt, maar ook het wettelijk kader verandert. Nooit heeft de media zoveel aandacht besteed aan arbogerelateerde onderwerpen als in de afgelopen vijf jaar; helaas was dit zelden positieve aandacht. Ingegeven door een reeks van onderzoeken en de publieke opinie heeft het kabinet het voornemen de positie van de bedrijfsarts door een aantal veranderingen in de Arbowet beter te verankeren. In praktijk lijkt er niet heel veel te veranderen; wat blijft is dat de de bedrijfsarts een essentiële rol in de totale verzuimbegeleiding behoudt. Het opnieuw verankeren van de vrije toegang tot de bedrijfsarts, de toevoeging van het recht op een second opinion bij een andere bedrijfsarts en de toenemende nadruk op preventie kan ervoor gaan zorgen dat er een verhoogde vraag naar de inzet van bedrijfsartsen zal ontstaan. De komende jaren zijn er echter twee stevige uitdagingen:
De NVAB waarschuwt al een aantal jaren voor een verwacht tekort aan bedrijfsartsen door vergrijzing van de beroepsgroep en onvoldoende nieuwe instroom.
Sinds de Zembla-uitzendingen over ‘De Verzuimpolitie’ staat de bescherming van de privacy bij verzuimbegeleiding vol in de aandacht; daar komt nog eens bij dat het CBP heeft aangekondigd meer aan handhaving te gaan doen.
Tegen deze achtergrond wint het taakdelegatiemodel (in de volksmond ‘verlengde arm’-constructie genoemd) snel aan populariteit. Dit model sluit goed aan bij veranderde eisen die steeds meer werkgevers aan de inzet van arbodienstverlening stellen en biedt daarnaast de mogelijkheid bedrijfsartsen efficiënter in te zetten. De NVAB Leidraad ‘Casemanagement bij ziekteverzuimbegeleiding’ (juni 2013) en de al wat oudere Leidraad ‘Samenwerking bedrijfsarts & casemanager’ (2012) bieden casemanagers en bedrijfsartsen een stevig fundament om een zorgvuldige en effectieve samenwerking op te bouwen. Taakdelegatie heeft echter alleen kans van slagen als er veel aandacht wordt besteed aan professionele samenwerking; deze start met het verankeren van de rolverdeling tussen bedrijfsartsen en casemanagers.
Naar een transparante rolverdeling
Vanuit de Wet BIG is een aantal handelingen voorbehouden aan de daartoe bevoegde beroepsbeoefenaars. Het kader van deze wet biedt daarnaast ook ruimte om taken onder strikte voorwaarden te delegeren. Deze wet stelt dat er redelijkerwijs aangenomen moet kunnen worden dat degene aan wie de opdracht wordt gegeven, beschikt over de bekwaamheid voor het behoorlijk verrichten van de handeling. Daarbij dient de arts als eindverantwoordelijke te beschikken over:
de mogelijkheid aanwijzingen te geven;
toezicht op het handelen;
de mogelijkheid tot tussenkomst.
Taakdelegatie geeft op een slimme manier invulling aan deze eisen en borgt de afspraken die casemanager en bedrijfsarts maken. Hierbij kan recht worden gedaan aan de professionaliteit van beide beroepsgroepen. De kwetsbaarheid van de bedrijfsarts vanuit het tuchtrecht is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Vertaling naar do’s en don’ts voor casemanagers Bij taakdelegatie heeft een casemanager niet alleen een belangrijke rol als procesbegeleider, maar faciliteert hij bovendien de bedrijfsarts. Laten we beginnen met wat de casemanager doet (de do’s). Allereerst onderzoekt hij in overleg met de werknemer zijn belastbaarheid. Hij probeert draagvlak voor re-integratie te creëren en neemt daarbij de beleving van de werknemer als uitgangspunt. De casemanager kan dit niet alleen doen door vragen over de belastbaarheid te stellen, maar ook door ‘proefballonnetjes’ op te laten om daarmee de mogelijkheden te onderzoeken. Stuit hij daarbij op weerstand dan zal hij niet in discussie gaan of de werknemer proberen te overtuigen, maar deze weerstand zien als een signaal dat duidt op achterliggende problematiek. Breder uitvragen van deze achtergronden en deze bespreken met de bedrijfsarts, dient als basis voor de koersbepaling in het dossier. Onder taakdelegatie kan de casemanager medische gegevens uitvragen; dit zal hij vooral in het kader van de probleemanalyse doen en als als deze moet worden bijgesteld.
Taakdelegatie biedt nieuwe kansen
Het inbedden en borgen van taakdelegatie biedt arbodiensten en casemanagement-organisaties de mogelijkheid een aantal essentiële werkprocessen te verbeteren. Ook grotere werkgevers kunnen gaan experimenteren met taakdelegatie door een samenwerkend team van bedrijfsarts en casemanager in te schakelen binnen de maatwerkregeling. Taakdelegatie biedt bij uitstek de mogelijkheid bedrijfsartsen efficiënt in te gaan zetten. Dit is niet alleen een voorwaarde om kostenefficiënt en daarmee marktconform te kunnen werken, maar is daarnaast noodzakelijk gezien de verhoogde vraag naar de inzet van bedrijfsartsen, in combinatie met de krimp van deze beroepsgroep.Standaardtaken kunnen deels door casemanagers worden uitgevoerd. Het daarbij onderkennen van risicodossiers kan er zorg voor dragen dat de bedrijfsarts op tijd bij de begeleiding wordt betrokken. In dit proces heeft de inzet van VerzuimTriage absoluut zijn toegevoegde waarde. De structuur van de VerzuimTriage omvat aanwijzingen voor het inventariseren van informatie, de manier waarop deze aan de arts wordt aangeboden en de wijze waarop toezicht, controle en accordering worden geborgd. De bedrijfsarts wordt daardoor dusdanig geïnformeerd dat hij de mogelijkheid behoudt om waar nodig in te grijpen.
Do's
Er zijn een aantal situaties waarin de casemanager actief overleg zoekt met de bedrijfsarts of deze direct inschakelt:
als de werknemer daar zelf om vraagt;
als het vermoeden bestaat dat er sprake is van werkgerelateerde klachten of een beroepsziekte;
bij een arbeidsconflict;
bij een ongeval met lichamelijk letsel;
bij onduidelijke medische situatie;
bij een vertrouwensbreuk met de betreffende werknemer;
als het vermoeden bestaat dat ongewenst gedrag, pesten of discriminatie op de werkplek een rol speelt;
in overige situaties die hij/zij van belang vindt.
Don'ts
Daarnaast zijn er zaken die de casemanager absoluut niet zou moeten doen (de don’ts). Een paar voorbeelden:
de verkregen (medische) informatie zelf interpreteren;
een medische diagnose stellen;
een medisch advies geven;
een uitspraak doen over loonwaarde (dat geldt ook voor het percentage arbeidsongeschiktheid);
een voorschot nemen op de uitkomst van een UWV-beoordeling;
afwijken van de gedragsregels zoals vastgelegd in het statuut de RNVC, ook al is de casemanager geen register casemanager.
Dit artikel is oorspronkelijk op 5 oktober 2015 in CS Verbindt! gepubliceerd en werd geschreven door Rick van Buuren en Jurgen van der Baan